Goede begeleiding maakt veel verschil voor kinderen. Bij William Schrikker werken we naast reguliere hulpverlening ook met alternatieve vormen van begeleiding. Zo organiseren we regelmatig de Schrijversweek. Jongeren gaan in die week aan de slag met muziek, poëzie, spoken word en het maken van videoclips. Moesha en Delayla deden hieraan mee en vertellen wat voor boost dit hun heeft gegeven.
Tijdens de Schrijversweek kunnen deze jongeren hun verhaal omzetten in muziek of spoken word. Niet alleen schrijven ze hiervoor teksten, maar ze gaan ook de studio in, maken opnames en stellen beats samen met de producers. Precies wat Moesha aansprak: “Ik schrijf veel en had al twee dichtbundels uitgebracht. Op basis daarvan wilde ik al heel lang iets met muziek doen, maar ik wist niet hoe ik moest starten. Bij de Schrijversweek kon ik daarmee aan de slag samen met jongeren die soortgelijke dingen hebben meegemaakt als ik. Dat sprak me heel erg aan.” “Dat je met jongeren bent die ook veel hebben meegemaakt, vond ik ook fijn aan de Schrijversweek. Je hoeft niet veel te zeggen en zij snappen al precies wat je bedoelt. Het leek mij fijn om contacten met zulke jongeren op te kunnen doen. Dat is gelukt, want Moesha en ik doen nu bijna alles samen,” vult Delayla aan.
Veilige sfeer zorgt voor openheid en nieuwe contacten
Eenmaal op de Schrijversweek was het even wennen, maar door de ongedwongen sfeer ging dat snel. Delayla: “We kregen gelijk een warm welkom, waarna een rondleiding werd gegeven. Moesha en ik praatten in het begon nog niet met elkaar, omdat we dat nog niet echt durfden. Maar al snel ging dat beter en voelde de groep als een soort familie waar je elke dag weer in thuis kwam. Iedereen heeft veel meegemaakt en dat weet je van elkaar. Daardoor was er gelijk een veilige sfeer. Ik vond het prettig dat je niks hoefde als je een baaldag had, maar ook lekker kon knallen als je wel die energie had. De mensen die ons begeleidden gaven ons alle ruimte en namen de tijd voor ons.”
Moesha vond de sfeer ook fijn: “In het begin was het even ongemakkelijk. Ik had al veel geschreven, dus ik ging als eerste de studio in. Eerst twijfelde ik nog aan mezelf, omdat je met ervaren producers bent. Maar ik had een goede match met de producer en we waren eigenlijk continu bezig. Het was fijn dat je op de Schrijversweek met iedereen overal over kon praten. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik veroordeeld zou worden voor iets wat ik zou zeggen. Het voelde heel vrij en natuurlijk.”
Schrijven en zingen helpt om gevoelens te kunnen delen
Niet alleen de veilige sfeer en het contact met andere jongeren die te maken hebben met jeugdzorg was waardevol, ook het creatieve proces had veel positieve impact. Delayla: “Ik had nog nooit geschreven en ik ben niet muzikaal. Maar een van de begeleiders hielp me met mijn eerste gedicht en gaf me tips. Toen ik eenmaal ging schrijven ben ik er niet meer mee gestopt. Ineens kwamen de gedichten er als vanzelf uit. Ik ben altijd slecht geweest in het uiten van mijn gevoelens. Door te schrijven lukt dat wel en het is voor mij echt een uiting van mijn emoties geworden. Dus als ik ergens mee zit en het lukt me niet om erover te praten, dan ga ik schrijven. Zo kan ik het toch met iemand delen. Door de Schrijversweek heb ik veel beter mijn emoties leren kennen en delen. Dat is echt een eyeopener geweest voor mij.”
Ook voor Moesha nam de Schrijversweek barrières weg: “Ik wist dat ik kon zingen, maar ik durfde niet bij anderen te zingen of op te treden. Ik heb geleerd dat dit iets is wat ik toch gewoon moet doen. De eerste keer op het podium was ik nog zenuwachtig, maar de tweede keer was dat al weg. Daarna zat ik letterlijk overal te zingen. Ik heb gemerkt dat de Schrijversweek me een stuk zelfverzekerder heeft gemaakt. Daarna heb ik nog een aantal keer opgetreden en dat ging zonder moeite. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou kunnen.”
Boost in zelfvertrouwen maakt het verschil
De Schrijversweek heeft dus echt een verschil gemaakt in het leven van Moesha en Delayla. Hoewel zij niet meer begeleid worden door een jeugdbeschermer, denken ze wel dat dit had kunnen helpen in de samenwerking als de Schrijversweek er eerder was geweest. “Ik denk dat de Schrijversweek absoluut daarbij had geholpen. Om het eindresultaat te laten zien aan een jeugdbeschermer had ik zeker mooi gevonden,” vertelt Moesha. Delayla: “Je krijgt zoveel zelfvertrouwen na zo’n week, waardoor je ook veel meer durft te zeggen. Daarom denk ik dat dit heel helpend kan zijn bij de samenwerking met een jeugdbeschermer of begeleider.”
Moesha en Delayla kijken heel positief terug op de Schrijversweek en raden andere jongeren aan om het ook te proberen. “Je moet het natuurlijk niet forceren, maar mijn advies zou zijn om het zeker te proberen als het je wat lijkt. Ik heb oprecht niks negatiefs te zeggen over de Schrijversweek. Wat ook helpt is dat het heel vrijblijvend is. Als je het toch niet zou leuk vinden, hoefde je niet meer te komen of je mocht ook een dag overslaan als je daar behoefte aan had,” vertelt Moesha. Delayla vult aan: “Als je moe was, mocht je pauze nemen of naar huis gaan. Dat was allemaal goed. Je mocht ook een vriend of vriendin meenemen. Dat hoeft niet iemand uit de jeugdzorg te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook een broer of zus zijn. Als jij je maar veilig voelde, dat was echt het motto van die week. De Schrijversweek zet je in je kracht en dat sluit mooi aan bij mijn favoriete quote: ‘Mijn verhaal is zielig, maar ik ben niet zielig. Ik ben niet mijn verhaal.’ Dat is belangrijk, omdat kinderen in de jeugdzorg vaak als zielig worden beschouwd. Maar we willen geen medelijden, want we vinden onszelf allesbehalve zielig. Ik denk dat daar onze kracht juist ligt.”