Onze cliënten hebben vaak veel meegemaakt. Alleen al het stempel hebben van een lichtverstandelijke beperking (LVB) heeft veel invloed. Hoe ga je daarmee om? Marije heeft voor een cursus bij Stichting Praat haar verhaal in een mooie tekening verwerkt. Ze vertelt wat erop te zien is en hoe de tekening haar heeft geholpen.

De tekening hieronder toont het verhaal van Marije*. Ze legt uit wat er allemaal te zien is en wat dit betekent: “Op het grasveld liggen drie stenen keien, waar je geen beweging in krijgt. Die stellen mijn ouders voor, zoals ze waren toen ik kleiner was. Als kind werd ik niet gezien. Ik heb op veel scholen gezeten en ben veel verhuisd tussen mijn vader en mijn moeder. Dat was een moeilijke periode. Toen ik nog jong was werd een ondertoezichtstelling (OTS) uitgesproken. Daar heeft de ketting mee te maken, want toen kreeg ik met de jeugdzorgwerker te maken. Daardoor kon ik bijna niets meer doen, omdat je met veel regels en beschikkingen te maken hebt. De jeugdzorgwerker vertelde dat ik niks kon en maar een Wajong uitkering moest aanvragen. Dat was de eerste keer dat ik bewust merkte dat mij een stempel opgedrukt werd. Daar ben ik tegenin gegaan. Door een opleiding bij het ROC als horeca-assistente te volgen en werk daarin te vinden, heb ik de ketting kunnen doorbreken.”

De tekening van Marije

Zelf hulpverleners gevonden om mee te kijken

Marije heeft ondanks wat haar verteld werd toch kansen gepakt en veel weten te bereiken. “Later heb ik een switch gemaakt en de opleiding helpende zorg en welzijn op niveau 2 afgerond en daar werk in gevonden. Ik had in de tussentijd een huisje gevonden en woonde op mezelf. Daar was ik heel trots op. Binnen drie maanden ging het helaas mis. Ik kreeg een relatie die niet fijn was. Er waren schulden bij hem geconstateerd en ik raakte direct zwanger. Voordat ik het wist kwam ik in een moeilijke situatie terecht met huiselijk geweld. Dat laat de loopplank zien. Daarbij heb ik een hele mooi boog getekend. Ik noem dat de boog van hoop. In het midden van die boog zie je een waterval. Dat zijn alle tranen en verdriet wat ontstond doordat er elke keer werd gekeken naar mijn verleden. Er is heel veel gekeken hoe ik in mijn ontwikkeling was als kind, maar niet hoe ik als ouder was toen ik zelf beschermende maatregelen kreeg op mijn kinderen. Mijn eigen netwerk werd daarin niet gezien. Ik had daar heel veel verdriet om en stond helemaal alleen. Mijn familie en vrienden werden niet gezien. Dat ging zo ver dat ik mijn kinderen kwijt zou kunnen raken, ook al werkte ik overal aan mee.”

Het sterke, daadkrachtige karakter van Marije hielp haar ook hier. Ze legde zich niet bij neer bij de situatie en zocht contact met een aantal onafhankelijke hulpverleners. “Soms weet ik nog steeds niet hoe ik het gedaan heb, maar ik heb deze mensen gevonden. Ik heb ze gevraagd om met mij mee te kijken, zodat ze konden vertellen wat hen opviel aan hoe met mij werd omgegaan. Dat was een traject van twee jaar, maar hierdoor werd duidelijk dat wat er was gebeurd niet klopte. Uiteindelijk is besloten dat ik geen OTS meer nodig had. Het werd eindelijk gezien dat ik alles op eigen kracht kan doen en een eigen netwerk heb opgebouwd. Dat gaf me zoveel kracht. In de tekening zie je dan ook een brug met een pad met stenen. Mijn kinderen staan in het midden en mijn netwerk staat achter de waterval. We wilden naar ons netwerk en laten zien dat we alles zelf konden doen. In een keer brak de ketting en lukte me dat.”

Goede ondersteuning voor 18-plussers voorkomt problemen

De tekening heeft Marije geholpen om haar verhaal vorm te geven en te verwerken. Vooral het stempel van LVB was moeilijker voor haar, omdat dit betekende dat veel dingen voor haar werden besloten. “Dat voelt echt heel onmenselijk. Je hebt gewerkt en je hebt een opleiding gevolgd. Je hebt laten zien dat je het kan, maar daar werd niet meer naar gekeken. Alleen naar dat stempel. Dat doet iets met je. Ik heb een rugzak en ik heb mijn beperkingen, maar daar heb ik mee leren omgaan. Door een foute relatie ging het toch mis. Daarom vind ik het belangrijk dat er goede begeleiding is voor mensen na hun 18e. Als je bij iemand terecht kunt voor ondersteuning kan dat veel problemen voorkomen. Dan was het misschien bij mij beter gegaan. Uiteindelijk is het me gelukt doordat ik in mezelf geloofde en onafhankelijke hulpverleners heb gevonden. Maar veel mensen hebben daarvoor de kennis of moed niet. Daarom is het belangrijk dat aan mensen wordt gevraagd: hoe voel jij je en wat heb je nodig? Mensen op een wachtlijst zetten voor een psycholoog is dan niet altijd de oplossing. Jongeren in hun kracht zetten vind ik belangrijk. Je moet ze de ruimte geven om bewust te worden van wat ze is overkomen en dat het niet aan hun ligt. Vraag wat ze nodig hebben om het los te mogen laten en door te gaan. Ik hoop dat wat bij mij gelukt is, ook bij anderen lukt.”

* De naam van Marije is gefingeerd.