Ik kwam in contact met moeder na een melding van huiselijk geweld. De thuissituatie voor de kinderen was niet meer veilig en we kwamen voor een moeilijke keuze te staan. Als er niets in de relatie van moeder veranderde, zouden de kinderen uit huis geplaatst worden.

De relatie ging uit, maar de thuissituatie verbeterde niet en wij bleven betrokken bij het gezin. We kwamen erachter dat moeder, naast dat ze te maken had met huiselijk geweld, ook verslaafd was. Moeder was zich bewust van haar verslavingen. Ze wist haar verslavingen goed te verbloemen voor de hulpverleners, waardoor het voor ons lastig werd om tot de kern van de problemen in het gezin te komen. Totdat haar ex ons op de hoogte bracht.

Pas toen moeder eerlijk was, kon ik haar helpen. Samen hebben we haar ingeschreven bij een kliniek. Ik heb haar ondersteund bij de uitleg naar haar kinderen – waarom zij even niet meer thuis konden wonen – en haar kinderen vervolgens ondergebracht bij pleeggezinnen.
We hadden een fijne samenwerking. Wat hielp was dat we altijd hetzelfde doel voor ogen hadden en het beste wilden voor de kinderen. We reflecteerden regelmatig op de doelen en op onze samenwerking. Maar natuurlijk hebben we ook wel eens onenigheid gehad.

Moeder: “Ondanks dat we niet altijd op één lijn lagen, ben ik dankbaar voor de hulp. De uithuisplaatsing was echt nodig om in herstel te kunnen gaan. Daarnaast ben ik de pleegouders dankbaar dat ze mijn kinderen hebben opgevangen toen ik aan mijzelf moest werken.”

Afsluiting

Na vijf jaar kunnen we met trots de maatregel afsluiten en wonen haar kinderen weer thuis. Ik ben super trots op deze moeder. Ze heeft zo’n mooie ontwikkeling doorgemaakt en dat heeft ze vooral zelf gedaan. Met een beetje hulp van ons.