Breed lachend staat Amina in de deuropening van haar mooie benedenwoning in een populair stuk van de stad. Er hangen familiefoto’s aan de muren, de koffie pruttelt in de keuken. Haar dochtertje van 3 rent op en neer door de gang, zwaaiend met haar nieuwste speelgoed. Het gaat nu goed, vertelt Amina met een glimlach. Ze is tevreden. Maar deze moeder komt van ver.
Amina heeft namelijk nog twee oudere kinderen, maar hen mocht ze niet zelf opvoeden. “In mijn eigen jeugd heb ik veel meegemaakt”, blikt Amina terug. “Mijn ouders konden niet voor mij zorgen. Hierdoor raakte jeugdzorg betrokken en heb ik op veel plekken gewoond en veel verschillende hulpverleners gezien – die ook steeds weer weggingen. Daar heb ik best een trauma aan overgehouden. Er was één vrouw met wie ik een speciale band had, Brenda, maar zij overleed plotseling toen ik een tiener was. Die ochtend hadden we net knallende ruzie gehad, waarbij ik schreeuwde dat ze wat mij betreft dood mocht vallen. Dat heeft me nog heel lang achtervolgd.”
Geen idee
“Vanwege dit alles ontwikkelde ik de gewoonte om te blowen. Ik heb ook ADHD, en blowen maakte mij rustig. Maar toen ik zwanger raakte, stopte ik niet. Ik was toen 25. Het was mijn eerste zwangerschap en ik had geen idee wat ik moest doen. Toen ik zelf om hulp vroeg bij jeugdzorginstanties bleken zij mij echter niet te kunnen helpen. Tijdens een bezoek aan de gynaecoloog kwam ik er vervolgens achter dat er een zorgmelding gedaan was door het ziekenhuis. De doctoren waren bang voor schade aan mijn ongeboren kindje. Die melding zelf kan ik nu wel begrijpen. Maar de verdere gang van zaken maakt mij nog steeds zo boos. Niemand ging met mij in gesprek, maar achter mijn rug om gebeurde er voor mijn gevoel van alles.”
Op het moment dat haar zoon geboren wordt, wordt hij eigenlijk direct bij haar weggehaald. Amina: “Ik heb hem daarna nooit meer gezien, tot zijn 17e.”
Opnieuw
Na dit verdriet wil Amina opnieuw beginnen, dus vertrekt ze uit Amsterdam. Tot blijkt dat zij opnieuw zwanger is, dit keer van een dochter. “Ik was zo bang dat het weer fout zou gaan, maar daardoor kreeg ik ook veel stress en bleef ik blowen. Toch mocht mijn tweede kindje na de bevalling met mij mee naar huis. Mijn familie en ik waren allemaal zo blij dat ze thuis was, iedereen hielp mij waar mogelijk. Jeugdzorg was wel betrokken, maar we maakten afspraken. Ik verhuisde bijvoorbeeld terug naar Amsterdam – naar een groter appartement – zodat ik ruimte had voor mijn dochter. Daarbij woonde mijn moeder daar in de buurt en ik moest van de hulpverlening zorgen voor een stevig vangnet. Blowen probeerde ik minder te doen. En als ik het dan toch deed, was er altijd een andere volwassene die op mijn dochter kon passen. Ik deed écht mijn best. Maar het bleek weer niet genoeg. Ook mijn dochter werd bij mij weggehaald. Weer miste ik transparantie bij de hulpverlening. Ik had niet het gevoel dat ik een eerlijke kans had gekregen.”
Precies dat gevoel achtervolgt Amina al haar hele leven. Ze vindt het vervelend dat mensen haar op een bepaalde manier zien. “Toen ik jonger was al op basis van mijn verleden. En na de geboorte van mijn eerste zoon werd dat nog erger. Zijn vader en ik moesten in die periode namelijk een soort test doen. Om te kijken of we capabel genoeg waren om voor hem te zorgen, zo voelde het. Hij was net bij me weggehaald, dat trauma had ik nog niet verwerkt. Maar daar werd geen rekening mee gehouden. En zo kon ik een nieuw labeltje bijschrijven in mijn dossier: Licht Verstandelijke Beperking (LVB).”
Stempel
“Het label ‘LVB’ op zich doet mij niet zoveel. Ik kan prima heel veel dingen zelfstandig regelen. Maar iedereen die mijn dossier leest, ziet alleen dit stempel. Ik heb veel liever dat mensen met mij in gesprek gaan voordat ze van alles over mij lezen. Dan zien ze zelf wellicht ook: dit is een deel van het verhaal, maar er is nog meer. Ik heb echt stappen gemaakt in de afgelopen jaren. Het zou fijn zijn als daar ook oog voor was.”
“Gelukkig zijn er inmiddels een paar hulpverleners betrokken die mij wel op die manier benaderden. Waaronder Teun, mijn huidige voogd vanuit William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. Hij raakte betrokken toen ik net was bevallen van mijn derde en laatste kindje, een dochter. Ook zij werd in eerste instantie bij me weggehaald, maar van Teun kreeg ik wel een eerlijke kans. Hij zei meteen: we gaan afspraken maken over omgang en daarna gaan we kijken wat er nodig is zodat jouw dochter bij jou kan wonen. Dat vertrouwen deed mij echt heel veel. Dat was een enorme motivatie om mezelf te verbeteren en alle afspraken na te komen.”
Droom
Op dit moment gaat het goed met Amina. Haar dochter heeft – op de eerste drie maanden van haar leven na – eigenlijk altijd bij haar gewoond. “Dat betekent niet gelijk dat alles goed gaat. Soms wordt de zorg voor mijn dochtertje mij wel teveel. Ze is immers fulltime bij mij thuis. Maar inmiddels heb ik wel het vertrouwen dat ik dit met Teun kan bespreken zonder dat ik bang ben dat ze weer bij me weg moet. Een droom van mij is om ook het contact met mijn andere kinderen weer te herstellen, ook al weet ik dat dit lastig wordt. Mocht dit echter niet lukken, dan ben ik nu ook tevreden. Mijn dochter bij me hebben, na alles wat ik heb meegemaakt, maakt veel goed.”